Sclerotherapie

Sclerotherapie, het wegspuiten of doodspuiten van aders, is een goede behandeling voor beperkte spataders: degene die niet te dik of uitgebreid zijn.

Wat is sclerotherapie?

Bij sclerotherapie worden de aders opgespoten met een product (sclerosans) dat een chemische irritatie geeft aan de binnenzijde van de ader en zo een verstopping van die ader veroorzaakt. In principe worden enkel de oppervlakkige zijtakken op deze manier behandeld. Dit kan gaan van zeer fijne, kleine penseelvaatjes tot ook wat grotere spataders.

Hoe doen we dat?

Aethoxysklerol®

Het meest frequent gebruikte product is Aethoxysklerol®. Afhankelijk van de dikte van de ader wordt gekozen voor het product in een andere concentratie (0,5%, 1%, 2% of 3%). 

Voorbereiding

Voor we starten met de inspuiting, moet in staande houding een goede markering gebeuren van het verloop van de ader. Eens de patiënt neerligt is de ader moeilijker zichtbaar, wat het moeilijker maakt voor de arts om de inspuiting correct uit te voeren. 

De inspuiting

De inspuiting van het product gebeurt met een kleine naald. Het is belangrijk dat het product correct in de ader ingespoten wordt om te vermijden dat er wat product naast de ader loopt. Als dat gebeurt ontstaat er pijn en kan er zelfs een beschadiging van de huid zijn.

Resultaat

Sclerotherapie is de standaardbehandeling voor kleine penseelvaatjes. Deze kleine blauwe haarvaatjes die in de huid verlopen gaan na de behandeling een rode schijn krijgen. Nadien zullen ze geleidelijk verbleken. Bij deze kleine blauwe penseelvaatjes moeten er meerdere sessies sclerotherapie gepland worden om het gewenste effect te krijgen. 

Het grote voordeel van deze behandeling is dat ze kan plaatsvinden tijdens een consultatie. Het resultaat is wel pas zichtbaar na enkele weken. 

Schuimsclerose

Ook de wat grotere takken kunnen sinds enkele jaren behandeld worden met sclerotherapie via een schuimsclerose.
Hierbij wordt er een mengsel van sclerosans en lucht gebruikt. Door de Aethoxysklerol® met lucht te mengen bekomen we een visceuze schuimsuspensie. 

Het gebruik van schuim is drie keer zo efficiënt als Aethoxysklerol® alleen. Hierdoor kunnen we ook dikkere of dieper gelegen aders behandelen met sclerotherapie. 

Sclerotherapie onder echogeleide

In sommige gevallen moeten de aders onder echografische controle aangeprikt worden. Dat is dan een echogeleide schuimsclerose. Deze techniek wordt ook gebruikt voor de behandeling van reflux in de vena safena. 

Soms worden er meerdere sessies sclerotherapie gepland met een interval van een drietal weken.

Infobrochure sclerotherapie
Download

Nabehandeling

Na een sessie sclerotherapie moeten de behandelde aders goed gecomprimeerd worden om de vorming van stolsels in de aders te voorkomen.

Waarom is dat belangrijk? De vorming van bloedklonters in de behandelde aders kan aanleiding geven tot pigmentvlekken op de huid, lokaal pijn en eventueel recanalisaties of het opnieuw openen van de behandelde ader. 

Als er toch klontervorming ontstaat, wordt die best behandeld met evacuatie van de stolsels (via een punctie of kleine incisie).

Na een sessie sclerotherapie moet er een steunkous (klasse 2) gedragen worden en dit voor minstens 10 dagen. Al is dat wel enkel overdag nodig. In die periode moet de patiënt vermijden om warme baden of sauna’s te nemen. Ook zonnebaden wordt beter vermeden.