Kathetergeleide trombolyse

Door medicatie in de bloedklonter te spuiten, kunnen stolsels snel oplossen. Dit oplossen heet trombolyse of fibrinolyse. 

De ader wordt aangeprikt en een katheter (hol buisje) wordt opgeschoven tot in de bloedklonter. Doorheen die katheter wordt er medicatie rechtstreeks in de bloedklonter gespoten. De bedoeling is dat die medicatie (enzymes zoals o.a. urokinase) de bloedklonter gaat oplossen en dus het bloedvat weer doorgankelijk maakt. 

Afhankelijk van de uitgebreidheid van de trombose, moet meerdere uren tot dagen medicatie worden toegediend. Zoals je waarschijnlijk wel zult begrijpen, is dit niet risicoloos. Medicatie toedienen om bloedklonters op te lossen, creëert een verhoogd risico op bloedingen. Vandaar dat de patiënt tijdens zo’n behandeling op intensive care of een andere plaats met verhoogd toezicht verblijft. 

Een bijkomende vereiste om succesvol te zijn is dat de bloedklonter nog ‘vers’ moet zijn. Dus gemiddeld maximaal één à twee weken oud. Hoe ouder de bloedklonter, hoe moeilijker het wordt om die op te lossen.