Behandeling borsttumoren

Eens er bij de patiënt een borsttumor is vastgesteld, zijn er meerdere behandelingsmogelijkheden. Afhankelijk van de grootte en de aard van het gezwel, kan geopteerd worden voor een operatie waarbij de borst gespaard of geamputeerd wordt. 

Voor de ingreep

Meestal wordt de patiënt de ochtend van de ingreep in het ziekenhuis verwacht. Afhankelijk van de situatie, zullen er dan eerst enkele voorbereidingen gebeuren, zoals: 

  • De schildwachtprocedure; 
  • Naaldlokalisatie van het gezwel onder beeldvorming; 
  • Het scheren van de oksel;
  • … 


Deze voorbereiding wordt door de chirurg ook doorlopen tijdens een consultatie voorafgaand aan de operatie zelf. 

De patiënt maakt ook kennis met de borstverpleegkundige. Zij zal gedurende het verblijf de patiënt bijstaan. 

Ook de anesthesist komt langs om een en ander toe te lichten. Zo zal er gesproken worden over de algemene verdoving waaronder de operatie gebeurd en het korte verblijf in de ontwaakkamer, waarna de patiënt terug naar de kamer kan. 

De ingreep

Afhankelijk van de grootte en de aard van het gezwel, kunnen borsttumoren op twee wijzen behandeld worden:

  • Een borstsparende operatie;
  • Een borstamputatie. 


Beide behandelingen hebben een gelijke kans op genezing. Welke ingreep nodig is, hangt af van verschillende parameters. Het vanzelfsprekende voordeel van de borstsparende behandeling is dat de borst behouden blijft. 

Borstsparende operatie of lumpectomie

Bij een borstsparende operatie wordt het gezwel ruim uit de borst weggenomen met zoveel mogelijk behoud van de borst zelf. Het wegnemen van het gezwel wordt ook wel een tumorectomie genoemd. Afhankelijk van hoeveel bijkomend weefsel er weggenomen wordt, spreken we van een: 

  • Lumpectomie: de tumor met een brede marge; 
  • Kwadrantectomie: een vierde van de borst wordt ook weggenomen. 


Of bijkomend ook de lymfeklieren in de okselholte van de behandelde borst moeten worden weggenomen, hangt af van de resultaten van de schildwachtklierbiopsie. 

Bijkomende behandeling

Bestraling, of radiotherapie, is na een borstsparende operatie altijd noodzakelijk om kwaadaardige cellen die mogelijk in het borstklierweefsel achtergebleven zijn alsnog uit te schakelen.

Voorwaarden voor een lumpectomie

De borstsparende behandeling is niet aangewezen als het gezwel te groot is in verhouding tot de grootte van de borst. In dat geval is het esthetische resultaat teleurstellend.

Als er meer dan één gezwel in de borst is of als er uitgebreide uitlopers van borstkanker zijn, komt de borstsparende behandeling ook niet in aanmerking. Er is dan een verhoogd risico dat na de borstsparende behandeling het gezwel weer in de borst uitgroeit. 

Wordt wel aan alle voorwaarden voldaan, dan is een borstsparende behandeling een verantwoorde keuze. De uiteindelijke keuze van behandeling zal uitvoerig door de chirurg met de patiënt besproken worden.

Een borstamputatie of mastectomie

Als een borstsparende operatie niet mogelijk is, wordt de borst geamputeerd. De chirurg neemt dan de gehele borst weg. Afhankelijk van de uitgebreidheid van de tumor en de resultaten van de klierbiopsie, wordt er bijkomend weefsel weggenomen. Dan spreken we van: 

  • Een totale mastectomie: de gehele borst wordt weggenomen, eventueel samen me de lymfeklieren in de oksel. 
  • Een radicale mastectomie: de gehele borst wordt weggenomen, samen met een okseluitruiming. Ook de borstspieren worden mee weggenomen. 


Wanneer na de operatie bij weefselonderzoek blijkt dat het gezwel toch te dicht is genaderd tot de randen van het weggenomen weefsel, is bestraling alsnog aangewezen. Dat zal de gehele behandelingsduur dan ook verlengen

Na een borstamputatie kunt u een reconstructie van de borst overwegen. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. De chirurg kan hier ten alle tijden advies in geven.