Ontstaan van spataders

Anatomie

Om de ontwikkeling van spataders in de ledematen beter te begrijpen, is een basiskennis anatomie nodig. We leggen het kort even uit. 

Het hart pompt het bloed via de slagaders naar de benen. De grote slagader of aorta, splitst in vele kleinere slagaders. 

Via een netwerk van steeds kleiner wordende slagadertjes, de arteriolen, wordt het bloed dan van het hart naar de spieren en andere weefsels getransporteerd. Onderweg worden die arteriolen dan capillairen, nog kleinere adertjes.

In de capillairen, ter hoogte van de spieren en de weefsels, worden zuurstof en voedingsstoffen uitgewisseld met het bloed. Kleinere adertjes draineren via venulen en nadien via de grotere aders het zuurstofarme bloed terug naar het hart. 

Figuur: de bloedcirculatie in het menselijk lichaam.

Diepe en oppervlakkige aders

Kleine adertjes vloeien samen tot grotere aders. Daar maken we een onderscheid tussen diepe aders en oppervlakkige aders. 

Oppervlakkige en diepe aders. Ze worden gescheiden door een peesblad.

De diepe aders zijn de belangrijkste aders in de benen. Ze bevinden zich onder het peesblad (omhulsel van de spieren in het been), tussen de spieren en naast de slagaders. Diepe aders hebben een aantal kleppen die ervoor zorgen dat het bloed in één richting stroomt, namelijk van beneden naar boven, naar het hart en tegen de zwaartekracht in. 

Figuur: oppervlakkige en diepe aders. Ze worden gescheiden door een peesblad.

Bij het stappen duwen de kuitspieren de diepe ader leeg. Dit is de kuitspierpomp.

De diepe aders worden omgeven door de spieren. Als deze spieren opgespannen worden, drukken ze de diepe aders dicht. Dit werkt als een pomp. De belangrijkste spierpomp wordt gevormd door de kuitspieren, die werken bij het stappen. Deze kuitspierpomp wordt soms het tweede hart genoemd. 

Figuur: bij het stappen duwen de kuitspieren de diepe ader leeg. Dit is de kuitspierpomp.

De oppervlakkige aders bevinden zich buiten het peesblad, en net onder de huid. Ze bestaan uit een groot netwerk van kleinere en grotere aders. Het bloed vloeit vanuit de kleinere aders in een aantal grote aders, die dan vervolgens het bloed doorpompen naar de diepe aders. De grootste oppervlakkige aders zijn:

Anatomie van het oppervlakig veneus systeem. VSM: Vena Safena Magna | VSP: Vena Safena Parva | VSA: Vena Safena Accessoria anterior | Vena van Giacomini
  • De vena safena magna: deze loopt vanaf de binnenzijde van de enkel over de binnenkant van de knie, over de dij tot aan de lies. Daar maakt hij verbinding met de diepe ader.
  • De vena safena parva: deze loopt vanaf de buitenzijde van de enkel, over de kuit naar de knieholte. Daar maakt hij verbinding met de diepe ader.
  • De vena safena accessoria anterior: draineert het bloed vanuit de voorzijde van de dij en komt samen met de vena safena magna ter hoogte van de lies. Daar maakt ze, samen met nog andere aders, verbinding met de diepe ader. Deze samenvloeiing van meerdere oppervlakkige aders heet ook de ‘cross’ of spinnenkop. 

De grote oppervlakkige aders worden ook stamaders genoemd. 

Figuur: anatomie van het oppervlakkig veneus systeem. 

Evolutie naar spatader

Bij een normale bloedsomloop (linkerafbeelding) draineert het bloed van het oppervlakkig veneus systeem van onder naar boven (tegen de zwaartekracht in) en van oppervlakkig naar diep. Deze diepe aders draineren het bloed dan verder richting het hart. 

Die bloedstroom is alleen maar mogelijk door het feit dat die aders kleppen hebben. Die kleppen zorgen ervoor dat het bloed in één richting stroomt. 

Maar problemen ontstaan als die kleppen gaan lekken. Dan kan het bloed terugstromen, in de verkeerde richting. In zo’n situatie kunnen de aders het bloed niet meer op een efficiënte manier wegpompen en stijgt de druk in de getroffen aders. Die gaan dan na verloop van tijd uitzetten en evolueren naar spataders. (rechter afbeelding)

Deze aders zijn dus niet meer in staat om het bloed in de juiste richting te draineren. Meestal is er één van de stamaders betrokken. In ongeveer 70 % van de gevallen gaat het om de vena safena magna.

Figuur: links een normale ader; rechts een ader met lekkende klep als oorzaak van het ontstaan van spataders.

Penseelvaatjes

Oppervlakkige penseelvaatjes

Spataders zijn niet te verwarren met penseelvaatjes. De veelvoorkomende blauwe of rode adertjes in de huid, ook penseelvaatjes genoemd, zijn een teken van aantasting van de aders, maar zijn niet hetzelfde als spataders. Penseelvaatjes kunnen esthetisch storend zijn, maar geven weinig problemen. Deze penseelvaatjes kunnen behandeld worden met sclerotherapie of met oppervlakkige laserbehandeling.

Wel kunnen ze soms ontstaan secundair aan onderliggende spataders, maar zeker niet altijd. In veel gevallen zijn ze een uitsluitend cosmetisch probleem. 

Figuur: oppervlakkige penseelvaatjes.