Dikke darmoperatie

Aan de dikke darm zijn heel wat soorten operaties mogelijk. Welke gekozen wordt, is afhankelijk van de oorzaak en de plaats van de afwijking. Een dikke darmoperatie gebeurt altijd tijdens een ziekenhuisopname en onder algemene verdoving. 

Wat gebeurt er precies?

Tijdens de ingreep zal het segment dikke darm dat ‘ziek’ is, weggenomen worden met een zo breed mogelijke veiligheidsmarge. Nadat het darmdeel is verwijderd, zal de chirurg altijd proberen om de darmdelen terug aan elkaar te verbinden. Zo’n verbinding wordt een anastomose of naad genoemd. Dat gebeurt via manuele hechtingen of via een automatische sutuur met een agrafeer toestel. 

Naast het wegnemen van een dikke darmsegment, zal de chirurg ook het aangrenzende vetweefsel, waarin de lymfeklieren en bloedvaten zich bevinden, mee wegnemen in geval van een kwaadaardig gezwel. Op die manier wil men de kans op lokaal recidief van het gezwel in het operatieveld tot een minimum herleiden. Deze vetweefsel-resectie en klieruitruiming bepalen mee de lengte van het weg te snijden dikke darmsegment.

Soms is het nodig tijdens de ingreep een stuk of de totaliteit van een ander orgaan, dat aangetast is door het kwaadaardige gezwel of o­ntsteking (lever, dunne darm, nieren en urinewegen, eierstokken of baarmoeder, milt) mee weg te nemen.

In zeldzame gevallen is het nodig om een colostomie te voorzien. De chirurg of één van zijn medewerkers van de afdeling stomatherapie zal dan voor de ingreep bepalen wat de beste plaats is voor het aanleggen van een colostomie of kunstmatige anus. Een tijdelijke colostomie kan meestal na 2 à 3 maanden gesloten worden. 

In geval van een vergevorderd kwaadaardig gezwel, wordt de ingreep ‘palliatief’, wat betekent dat de ingreep geen genezing met zich meebrengt, maar enkel de ongemakken of verwikkelingen van het gezwel wil verlichten.

Laparoscopie

De meeste ingrepen gebeuren via een laparoscopie of kijkoperatie. Dit zorgt voor een kortere opnameduur in het ziekenhuis en laat toe dat patiënten hun normale activiteiten sneller kunnen hernemen dan bij een klassieke operatie via open chirurgie. 

In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om werkruimte te creëren, wordt via een naald koolzuurgas in de buik geblazen. Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg trocars, holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik. Deze worden via kleine insneden in de buikwand binnen gebracht, waarna de camera en chirurgische instrumenten via de kokers aangewend kunnen worden. 

De operatie gebeurt dus met gesloten buik. De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde als de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie. 

Als tijdens de operatie blijkt dat er sprake is van vergroeiingen of complicaties, moet worden overgegaan naar een open ingreep, een laparotomie. De arts zal de patiënt daar vooraf over inlichten. 

Dikke darmoperatie - Informatiebrochure
Download

Behandeling van kwaadaardige aandoeningen

Bij een kwaadaardig gezwel in de dikke darm, is naast een heelkundige ingreep, soms ook chemotherapie nodig. 

Het is belangrijk te weten dat verschillende specialisten betrokken zijn bij een dergelijke behandeling (multidisciplinaire behandeling). Op die manier kan men een optimale behandeling aanbieden, door samenwerking van verschillende experten. 

In het verloop van de behandeling zal niet alleen de chirurg, maar ook de anesthesist, de gastro-enteroloog, de o­ncoloog, de radiotherapeut, de pathologist, de verpleegsters en de kinesisten tussenkomen indien nodig, naargelang de evolutie. 

Tijdens de behandeling zal de patiënt dan ook met verschillende geneesheren en paramedici in contact komen. De keuze van de behandeling en de prognose (kans op genezing) worden bepaald door de uitgebreidheid en het evolutieve stadium van het kankergezwel.